Driehoekskunde en het genogram

In de methodiek Driehoekskunde kan het genogram een krachtige aanvulling zijn om het begrip van relaties en interacties binnen het familiesysteem te verdiepen. Driehoekskunde richt zich op de dynamieken tussen drie partijen (ouders, kind en professional) en legt de nadruk op het verbeteren van communicatie en samenwerking tussen deze driehoeksverhoudingen. Het genogram kan hierbij op de volgende manieren worden toegepast:

1. Inzicht in de driehoeksverhoudingen

Driehoekskunde is gebaseerd op het idee dat veel problemen ontstaan of blijven bestaan door spanningen in de relaties tussen ouders, kinderen en de hulpverlener. Een genogram biedt een visuele weergave van deze relaties, waarbij niet alleen het kerngezin (ouders en kinderen) maar ook bredere netwerkrelaties kunnen worden betrokken. Dit maakt zichtbaar welke invloeden buiten de directe driehoek van ouders, kind en professional meespelen in het probleem of juist kunnen bijdragen aan de oplossing.

Het genogram kan helpen om te zien hoe de dynamiek tussen de drie partijen in het familiesysteem ingebed is. Bijvoorbeeld, als grootouders of andere familieleden een sterke invloed uitoefenen op de relatie tussen ouders en kind, kan dit inzicht geven in spanningen of bondgenootschappen die het werken in de driehoek beïnvloeden.

2. Ondersteuning bij het oplossen van loyaliteitsconflicten

In Driehoekskunde wordt vaak gewerkt met het identificeren van loyaliteitsconflicten tussen ouders en kinderen. Een genogram kan inzichtelijk maken waar deze conflicten vandaan komen, door te laten zien hoe bepaalde patronen van loyaliteit door generaties heen zijn overgedragen. Het kan helpen om loyaliteiten te erkennen en te bespreken zonder dat de hulpverlener zelf in deze dynamiek wordt gezogen. Dit maakt het mogelijk om met meer bewustzijn en respect voor familiedynamieken aan conflictoplossing te werken.

3. Verduidelijken van opvoedingsstijlen en gezagsstructuren

Het genogram kan helpen om op een dieper niveau te begrijpen hoe verschillende opvoedingsstijlen en gezagsstructuren binnen het familiesysteem doorwerken in de huidige situatie. In Driehoekskunde is het belangrijk om te begrijpen hoe ouders hun opvoeding vormgeven en hoe dat van invloed is op de relatie met het kind en de hulpverlener. Door gezagsstructuren en opvoedingsstijlen in het genogram te visualiseren, kunnen deze gesprekken op een veilige en gestructureerde manier plaatsvinden.

4. Betrekken van het bredere netwerk

Een belangrijk aspect van Driehoekskunde is de mogelijkheid om buitenstaanders in de driehoek te betrekken wanneer dit nuttig is voor de gezinsdynamiek. Het genogram helpt om het bredere netwerk van het gezin in kaart te brengen, zodat duidelijk wordt wie belangrijke ondersteunende of juist verstorende rollen spelen. Dit kan leiden tot de betrokkenheid van andere familieleden of netwerkfiguren die mogelijk kunnen bijdragen aan het herstel van de driehoeksverhoudingen.

5. Visueel inzicht in emotionele patronen

Een van de doelstellingen van Driehoekskunde is om te werken aan het herstellen van gezonde emotionele interacties tussen de drie partijen. Het genogram biedt de mogelijkheid om emotionele patronen zoals conflicten, verbondenheid of vervreemding in beeld te brengen. Hierdoor kunnen patronen van spanning, afstand, of juist te nauwe emotionele banden beter worden begrepen en geadresseerd in de behandeling.

6. Thema’s binnen de driehoek in kaart brengen

Driehoekskunde focust vaak op specifieke thema’s zoals communicatie, verantwoordelijkheid, en grenzen binnen de driehoeksrelatie. Het genogram kan gebruikt worden om deze thema’s te verkennen in een bredere familiecontext. Bijvoorbeeld, als er sprake is van communicatieproblemen tussen ouder en kind, kan het genogram laten zien hoe eerdere generaties met communicatieproblemen zijn omgegaan en hoe dit nu invloed heeft op de huidige dynamiek in de driehoek.

7. Reflectie op interactiepatronen

Met behulp van het genogram kunnen ouders, kinderen en hulpverleners reflecteren op de interactiepatronen die zichtbaar zijn in het familiesysteem. Dit helpt bij het begrijpen van de invloed van eerdere relaties op de huidige driehoeksverhouding. Door samen met de hulpverlener het genogram te analyseren ontstaat er een gezamenlijk inzicht in de onderliggende factoren die de relaties binnen de driehoek beïnvloeden, waardoor een gezondere samenwerking en communicatie mogelijk wordt.

Conclusie:

Het genogram kan binnen Driehoekskunde worden ingezet als een effectief hulpmiddel om relaties, gezagsstructuren en interacties binnen het familiesysteem beter te begrijpen. Het maakt patronen en dynamieken zichtbaar die belangrijk zijn om de driehoeksrelatie tussen ouders, kind en hulpverlener te herstellen of te versterken. Door deze visuele ondersteuning kunnen zij samen werken aan het verbeteren van communicatie en het oplossen van spanningen binnen de driehoek.